Doen
Sinds:
2008
1
Dronken zijn
2
op dat ogenblik, in die tijd, destijds
op dat ogenblik, in die tijd, destijds
3
daarna, daarop, vervolgens
daarna, daarop, vervolgens
4
op het ogenblik dat, in de tijd dat, terwijl
op het ogenblik dat, in de tijd dat, terwijl
5
geven
geven
6
neuken
neuken
7
hem of haar vermoorden
hem of haar vermoorden