Kaal
Sinds:
2008
1
Hij is lelijk.
Hij is kaal man. jij kijk zijn kop.
2
Hij is lelijk.
Die gozer is kaal man. Zie zijn face alleen al
3
hij is erg kaal
thijs
4
Dronken
Ik ben zo kaal als een otter. Zo dronken als een kannon.
5
mooi, goed (positief)