Zoekresultaten
- van 22736 woordenBetekenissen
voorbereiden
voorbereiden
gretig, belust, begerig
gretig, belust, begerig
gretig, belust, begerig
zevenblad
zevenblad
wijken, uit de weg gaan, weggaan, van huis gaan, de hort op gaan, van huis zijn, drentelen
wijken, uit de weg gaan, weggaan, van huis gaan, de hort op gaan, van huis zijn, drentelen
vertrouweling, raadgever, hartsvriend
vertrouweling, raadgever, hartsvriend
uitsteken, opsteken, overeind staan
uitsteken, opsteken, overeind staan
verstarren
verstarren
huiveren van afschuw, de nekharen recht overeind hebben
huiveren van afschuw, de nekharen recht overeind hebben
speelgenoot, speelmakker
speelgenoot, speelmakker
vriend, vriendin, gezel, vertrouwde